Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En in de dagen van Saul [13]voerden zij krijg tegen de [14]Hagarenen, [15]die vielen door hun hand; en [16]zij woonden in hun tenten tegen de gehele oostzijde van Gilead. 13. Hebreeuws, maakten, of, deden. 14. Dezen zijn Ismaelieten geweest, en worden Hagarenen genoemd omdat zij van Hagar de dienstmaagd van Abraham, Ismaels moeder, afkomstig waren. 15. Te weten, de Hagarenen. 16. Te weten, de Israelieten.